Übersetzung für 'Kamp' von Niederländisch nach Deutsch

kamp {het}

Lager {n}

kamp {het} [fig.]

Lager {n} [fig.]pol.

---

Werbung

een kamp opslaan {verb}

ein Lager aufschlagen

• Direct ten zuiden van dit grote kamp is een kleiner kamp teruggevonden dat eveneens was ommuurd. Het zat als het ware ingeklemd tussen het grote kamp en de steile heuvelrand langs de rivier.
• Tijdens de Bersiapperiode waren er twee Japanse burgerkampen, kamp Adjoeng en Kamp Pandji.
• Rond garnizoensstad Amersfoort verrezen tijdens de mobilisatie van 1939 verschillende kazerneterreinen: Kamp Zonnebloemstraat, Kamp Bokkeduinen, Kamp Amsvorde, Kamp Waterloo, Kamp Heihuis en Kamp Austerlitz.
• In de Tweede Wereldoorlog was bij het dorp het nazi-werkkamp kamp Żmudź.
• In de Tweede Wereldoorlog was bij het dorp het nazi-werkkamp kamp Siedliszcze.

• In de Tweede Wereldoorlog was bij het dorp het nazi-werkkamp kamp Kamień.
• In de Tweede Wereldoorlog was bij het dorp Tomaszówka het nazi-werkkamp kamp Tomaszówka.
• Stakic was rechtstreeks verantwoordelijk voor de oprichting van detentiekampen voor inwoners van gemeente Prijedor in Kamp Trnopolje, Kamp Keraterm en Kamp Omarska.
• Later werd een tweede kamp ingericht, waarbij de aanduiding Tanah Merah (Rode Kamp) gold voor het lager gelegen oorspronkelijke kamp, en Tanah Tinggi voor het 40 km verderop gelegen kamp voor de onverzettelijke communisten.
• Tot de beruchte 15 nazi-kampen Emslandlager behoorde van 1933-1947 Kamp Börgermoor (kamp nr. ...

• Bij voormalig kamp Ybenheer is op 2 oktober 2002 een monument onthuld ter nagedachtenis aan het kamp.