⇄ 

Übersetzung für 'nimbus' von Niederländisch nach Deutsch

nimbus {de}

Nimbus {m} [Heiligenschein, Aura]

Heiligenschein {m}relig.

• Nimbus {m} [Heiligenschein, Aura] = nimbus {de}
• Nimbus {m} [Heiligenschein, Aura] [auch fig.] = aureool {het} {de} [ook fig.]

• Het wapen toont op een rode achtergrond een in zilveren beeltenis van de Heilige Liborius met nimbus, in de rechterhand een zilveren sleutel en in de linkerhand een open boek, eveneens van zilver.
• Een beeld van hetzelfde ontwerp, maar dan zonder nimbus, werd medio 1927 geplaatst in Teteringen.
• De Maagd zit op een gouden troon, heeft een gouden kroon op haar hoofd, de nimbus om haar hoofd is van zilver.
• zijn er vijf belangrijke merken die eenwielers aanbieden voor de urban disciplines: Impact unicycles, Kris Holm, Mad4One, Qu-ax en nimbus.
• "Helius (Rhampholimnobia) nimbus" is een tweevleugelige uit de familie steltmuggen (Limoniidae). De soort komt voor in het Australaziatisch gebied.

• Stella Maris (Latijn voor Sterre der Zee) betekent Maria en zij wordt in de iconografie vaak omgeven door sterren of door een stervormige nimbus, de bekende heiligenschijn die vaak om religieuze figuren staat geschilderd.
• De wolken heten nu nimbostratuswolken (nimbus = regen bevattend).