Übersetzung für 'nuttigheid' von Niederländisch nach Deutsch

nuttigheid {de}

Nützlichkeit {f}

• Na afloop van de tentoonstelling werd een deel van de producten en objecten naar Nederland verscheept voor een onderzoek naar "bruikbaarheid en nuttigheid".
• De erop aangegeven kapitaalgoederen zouden worden beoordeeld op hun nuttigheid om het grondgebied in cultuur te brengen.
• Inhoudelijk gaan Vanhalewijns verhalen voornamelijk over moralen zoals tevreden zijn, vrolijk zijn, voorzichtig zijn, nuttigheid en lief zijn voor elkaar.
• Say was een klassiek econoom die de nadruk legde op de vraagzijde van de economie en op het nuttigheid van goederen.
• Sinds de Verlichting en Romantiek werd naast nuttigheid, natuurideaal een belangrijk uitgangspunt in de samenleving.

• De eeuw der techniek roept een materialistische levensbeschouwing op, gelooft in vooruitgang en beoordeelt de dingen op nuttigheid.
• Voor de sociëteit "Concordia et Libertate" hield hij een lezing over de "nuttigheid der weetenschappen".
• Voor dergelijke kennisvergaring is het niet noodzakelijk dat er een normatief uitgangspunt aan het vraagstuk ten grondslag ligt, waarmee het onderscheid tussen normatieve en positieve marketing haar nuttigheid bewezen heeft.
• Ook vermeende nuttigheid (bijvoorbeeld het gebruik van placebo's als medicijn) wordt aangeduid als behoeftebevrediging.
• Deze werd gewaardeerd vanwege haar nuttigheid en bekoorlijkheid.