Werbung
 ⇄Suchrichtung
 Übersetzung für 'wie+Topf+Deckel+zusammenpassen' von Deutsch nach Niederländisch
hoe {adv}wie
244
zoals {conj}wie
124
als {conj}wie
33
2 Wörter: Andere
evenals {adv}ebenso wie
net als {prep}genauso wie
evenals {adv}genauso wie
alsook {conj}wie auch
alsmede {conj}wie auch
zoals bekend {adv}wie bekannt
Wat?Wie bitte?
Pardon?Wie bitte?
Wablief?Wie bitte?
Excuseer?Wie bitte?
Hoe gaat het?Wie geht's? [ugs.]
Hoe is 't? [omg.]Wie geht's? [ugs.]
zoals altijd {adv}wie immer
Wat flauw!Wie kindisch!
hoelang {adv}wie lange
Wat grappig!Wie lustig!
Jammer!Wie schade!
Wat sneu!Wie schade!
Wat fijn.Wie schön.
hoezeerwie sehr
Wat fijn.Wie toll. [ugs.]
hoeveel {prep}wie viel
3 Wörter: Andere
naarmate {conj}je nachdem, wie
naargelang {conj}je nachdem(,) wie
zeg.
zo helder als koffiedik {adj}
klar wie Kloßbrühe [ugs.] [hier iron. für etwas Unklares]
zeg.
zo klaar als een klontje {adj}
klar wie Kloßbrühe [ugs.] [völlig klar]
zo groot alsso groß wie
zowat {adv}so gut wie
vrijwel {adv}so gut wie
én ... én {conj}sowohl ... wie auch
zowel ... als {conj}sowohl ... wie auch
zeg.
apetrots {adj}
stolz wie Oskar [fig.]
naar het schijnt {adv}wie es scheint
Hoe heet jij?Wie heißt du?
Wat is jouw naam?Wie heißt du?
Hoe komt het dat ... ?Wie kommt's, dass ... ?
Hoeveel kost ...?Wie viel kostet ...?
Wat dacht u van...?Wie wärs mit ...? [ugs.]
Wat dacht je van...?Wie wärs mit ...? [ugs.]
3 Wörter: Verben
zeg.
liegen als een almanak {verb}
lügen wie gedruckt
4 Wörter: Andere
pikdonker {adj}dunkel wie die Nacht
aardedonker {adj}dunkel wie die Nacht
zeg.
Het gaat gesmeerd.
Es läuft wie geschmiert.
zeg.
Het loopt gesmeerd.
Es läuft wie geschmiert.
naarmate {conj}in dem Maße, wie
zeg.
zo helder als koffiedik {adj}
klar wie dicke Tinte
als de wiedeweerga {adj} {adv}schnell wie der Blitz [fig.]
zo spoedig mogelijk {adv}so bald wie möglich
zo snel mogelijk {adv}so rasch wie möglich
zo snel mogelijk {adv}so schnell wie möglich
zo spoedig mogelijk {adv}so schnell wie möglich
Hoe oud ben jij?Wie alt bist du?
Hoe het ook zij, ...Wie dem auch sei, ...
zeg.
wonder boven wonder {adv}
wie durch ein Wunder
Hoe maak je het?Wie geht es dir?
Hoe gaat het met jou?Wie geht es dir?
Hoe gaat het met jullie?Wie geht es euch?
Hoe gaat het met hem?Wie geht es ihm?
Hoe gaat het met u?Wie geht es Ihnen?
Hoe is het mogelijk?Wie ist das möglich?
Hoe kan dat?Wie kann das sein?
reisw.
Hoe kom ik daar?
Wie komme ich dahin?
Hoe laat is het?Wie spät ist es?
luchtv.reisw.
Hoe was je vlucht?
Wie war dein Flug?
Wat dacht u van...?Wie wäre es mit ...?
Wat dacht je van...?Wie wäre es mit ...?
4 Wörter: Verben
zeg.
iets/ iem. haten als de pest {verb}
jdm./etw. wie die Pest hassen
zwoegen {verb} [zwaar werk verrichten]schuften wie ein Berserker [ugs.]
zeg.
als warme broodjes over de toonbank gaan / vliegen {verb} [omg.]
weggehen wie warme Semmeln [ugs.]
spreekw.
praten als Brugman {verb}
wie ein Buch reden
4 Wörter: Substantive
stalen zenuwen {mv}Nerven {pl} aus / wie Stahl
5+ Wörter: Andere
zeg.
(zo) licht als een veertje {adv}
(so) leicht wie eine Feder
zeg.
Dat staat als een paal boven water.
Das ist so sicher wie das Amen in der Kirche.
zeg.
Het klinkt als muziek in mijn / de oren.
Das klingt wie Musik in meinen / den Ohren.
zeg.
De tijd ging vliegensvlug voorbij.
Die Zeit verging wie im Fluge.
zeg.
Het gaat gesmeerd.
Es läuft wie am Schnürchen.
zeg.
Het loopt gesmeerd.
Es läuft wie am Schnürchen.
zeg.
zo arm als een kerkmuis
so arm wie eine Kirchenmaus
zeg.
zo glad als een aal
so glatt wie ein Aal
zeg.
zo onschuldig als een lammetje {adj}
so unschuldig wie ein Lamm
spreekw.
Zo vader, zo zoon.
Wie der Vater, so der Sohn.
spreekw.
Zo moeder, zo dochter.
Wie die Mutter, so die Tochter.
spreekw.
Leer om leer.
Wie du mir, so ich dir.
Hoe kan dat?Wie kann es das geben?
Hoe lang zal het duren ... ?Wie lange wird es dauern ... ?
reisw.
Hoe zegt men ... in het Duits?
Wie sagt man ... auf Deutsch?
reisw.
Hoe zegt men ... in het Engels?
Wie sagt man ... auf Englisch?
reisw.
Hoe zegt men ... in het Nederlands?
Wie sagt man ... auf Niederländisch?
5+ Wörter: Verben
zeg.
de kat uit de boom kijken {verb}
erst einmal sehen, wie der Hase läuft
als de dood voor iets zijn {verb} etw. fürchten wie der Teufel das Weihwasser [Redewendung]
zeg.
lelijk als de nacht zijn {verb}
hässlich wie die Nacht sein [ugs.]
zeg.
uit iemands aangezicht gesneden zijn {verb}
jdm. wie aus dem Gesicht geschnitten sein
zeg.
iem. laten vallen als een baksteen {verb}
jdn. fallen lassen wie eine heiße Kartoffel
als twee druppels water op elkaar lijken {verb}sich gleichen wie ein Ei dem anderen
zeg.
leven als een vis in het water {verb}
sich wie ein Fisch im Wasser fühlen
zeg.
twee handen op één buik zijn {verb}
zusammenhalten wie Pech und Schwefel
Fiktion (Literatur und Film)
lit.F
De verloren eer van Katharina Blum of Hoe geweld kan ontstaan en waartoe het kan leiden
Die verlorene Ehre der Katharina Blum oder Wie Gewalt entstehen und wohin sie führen kann [Heinrich Böll]
Neue Wörterbuch-Abfrage: Einfach jetzt tippen!

 ⇄ 
Übersetzung für 'wie+Topf+Deckel+zusammenpassen' von Deutsch nach Niederländisch

wie
hoe {adv}

zoals {conj}

als {conj}

Werbung
ebenso wie
evenals {adv}
genauso wie
net als {prep}

evenals {adv}
wie auch
alsook {conj}

alsmede {conj}
wie bekannt
zoals bekend {adv}
Wie bitte?
Wat?

Pardon?

Wablief?

Excuseer?
Wie geht's? [ugs.]
Hoe gaat het?

Hoe is 't? [omg.]
wie immer
zoals altijd {adv}
Wie kindisch!
Wat flauw!
wie lange
hoelang {adv}
Wie lustig!
Wat grappig!
Wie schade!
Jammer!

Wat sneu!
Wie schön.
Wat fijn.
wie sehr
hoezeer
Wie toll. [ugs.]
Wat fijn.
wie viel
hoeveel {prep}

je nachdem, wie
naarmate {conj}
je nachdem(,) wie
naargelang {conj}
klar wie Kloßbrühe [ugs.] [hier iron. für etwas Unklares]
zo helder als koffiedik {adj}zeg.
klar wie Kloßbrühe [ugs.] [völlig klar]
zo klaar als een klontje {adj}zeg.
so groß wie
zo groot als
so gut wie
zowat {adv}

vrijwel {adv}
sowohl ... wie auch
én ... én {conj}

zowel ... als {conj}
stolz wie Oskar [fig.]
apetrots {adj}zeg.
wie es scheint
naar het schijnt {adv}
Wie heißt du?
Hoe heet jij?

Wat is jouw naam?
Wie kommt's, dass ... ?
Hoe komt het dat ... ?
Wie viel kostet ...?
Hoeveel kost ...?
Wie wärs mit ...? [ugs.]
Wat dacht u van...?

Wat dacht je van...?

lügen wie gedruckt
liegen als een almanak {verb}zeg.

dunkel wie die Nacht
pikdonker {adj}

aardedonker {adj}
Es läuft wie geschmiert.
Het gaat gesmeerd.zeg.

Het loopt gesmeerd.zeg.
in dem Maße, wie
naarmate {conj}
klar wie dicke Tinte
zo helder als koffiedik {adj}zeg.
schnell wie der Blitz [fig.]
als de wiedeweerga {adj} {adv}
so bald wie möglich
zo spoedig mogelijk {adv}
so rasch wie möglich
zo snel mogelijk {adv}
so schnell wie möglich
zo snel mogelijk {adv}

zo spoedig mogelijk {adv}
Wie alt bist du?
Hoe oud ben jij?
Wie dem auch sei, ...
Hoe het ook zij, ...
wie durch ein Wunder
wonder boven wonder {adv}zeg.
Wie geht es dir?
Hoe maak je het?

Hoe gaat het met jou?
Wie geht es euch?
Hoe gaat het met jullie?
Wie geht es ihm?
Hoe gaat het met hem?
Wie geht es Ihnen?
Hoe gaat het met u?
Wie ist das möglich?
Hoe is het mogelijk?
Wie kann das sein?
Hoe kan dat?
Wie komme ich dahin?
Hoe kom ik daar?reisw.
Wie spät ist es?
Hoe laat is het?
Wie war dein Flug?
Hoe was je vlucht?luchtv.reisw.
Wie wäre es mit ...?
Wat dacht u van...?

Wat dacht je van...?

jdm./etw. wie die Pest hassen
iets/ iem. haten als de pest {verb}zeg.
schuften wie ein Berserker [ugs.]
zwoegen {verb} [zwaar werk verrichten]
weggehen wie warme Semmeln [ugs.]
als warme broodjes over de toonbank gaan / vliegen {verb} [omg.]zeg.
wie ein Buch reden
praten als Brugman {verb}spreekw.

Nerven {pl} aus / wie Stahl
stalen zenuwen {mv}

(so) leicht wie eine Feder
(zo) licht als een veertje {adv}zeg.
Das ist so sicher wie das Amen in der Kirche.
Dat staat als een paal boven water.zeg.
Das klingt wie Musik in meinen / den Ohren.
Het klinkt als muziek in mijn / de oren.zeg.
Die Zeit verging wie im Fluge.
De tijd ging vliegensvlug voorbij.zeg.
Es läuft wie am Schnürchen.
Het gaat gesmeerd.zeg.

Het loopt gesmeerd.zeg.
so arm wie eine Kirchenmaus
zo arm als een kerkmuiszeg.
so glatt wie ein Aal
zo glad als een aalzeg.
so unschuldig wie ein Lamm
zo onschuldig als een lammetje {adj}zeg.
Wie der Vater, so der Sohn.
Zo vader, zo zoon.spreekw.
Wie die Mutter, so die Tochter.
Zo moeder, zo dochter.spreekw.
Wie du mir, so ich dir.
Leer om leer.spreekw.
Wie kann es das geben?
Hoe kan dat?
Wie lange wird es dauern ... ?
Hoe lang zal het duren ... ?
Wie sagt man ... auf Deutsch?
Hoe zegt men ... in het Duits?reisw.
Wie sagt man ... auf Englisch?
Hoe zegt men ... in het Engels?reisw.
Wie sagt man ... auf Niederländisch?
Hoe zegt men ... in het Nederlands?reisw.

erst einmal sehen, wie der Hase läuft
de kat uit de boom kijken {verb}zeg.
etw. fürchten wie der Teufel das Weihwasser [Redewendung]
als de dood voor iets zijn {verb}
hässlich wie die Nacht sein [ugs.]
lelijk als de nacht zijn {verb}zeg.
jdm. wie aus dem Gesicht geschnitten sein
uit iemands aangezicht gesneden zijn {verb}zeg.
jdn. fallen lassen wie eine heiße Kartoffel
iem. laten vallen als een baksteen {verb}zeg.
sich gleichen wie ein Ei dem anderen
als twee druppels water op elkaar lijken {verb}
sich wie ein Fisch im Wasser fühlen
leven als een vis in het water {verb}zeg.
zusammenhalten wie Pech und Schwefel
twee handen op één buik zijn {verb}zeg.

Die verlorene Ehre der Katharina Blum oder Wie Gewalt entstehen und wohin sie führen kann [Heinrich Böll]
De verloren eer van Katharina Blum of Hoe geweld kan ontstaan en waartoe het kan leidenlit.F
  • wie = wer
  • wie = wem
  • Wie betaalt? = Wer bezahlt?
alle anzeigen ...
Werbung
© dict.cc Dutch-German dictionary 2024
Enthält Übersetzungen von der TU Chemnitz sowie aus Mr Honey's Business Dictionary (nur Englisch/Deutsch).
Links auf das Wörterbuch oder auch auf einzelne Übersetzungen sind immer herzlich willkommen!