Advertisement
 ⇄Change Direction
 Translation for 'a.' from English to Dutch
eena
4
Nouns
eenheidelektr.
ampère {de} <A>
ampere <A>
luchtv.
autopiloot {de}
autopilot <A/P>
luchtv.
automatische piloot {de}
autopilot <A/P>
2 Words: Others
enkelea few
een paara few
enig {pron} {adj} [een klein aantal]a few
veel {adv}a lot
enig {pron} {adj} [ook maar één]a single
ante meridiem <a.m.>ante meridiem <a.m., am, A.M., AM>
2 Words: Nouns
een boel {noun}a lot
een hoop {noun}a lot
heleboel {de}a lot
astron.eenheid
astronomische eenheid {de} <AE>
astronomical unit <AU, au, a.u., ua>
luchtv.
autopiloot {de}
automatic pilot <A/P>
luchtv.
automatische piloot {de}
automatic pilot <A/P>
3 Words: Others
een paara couple of
heel wat {adj}a lot of
mijlenver {adj}a mile away
kwart naa quarter past
kwart overa quarter past
kwart voora quarter to
met vieren {adv}as a foursome
daardoor {adv}as a result
ter afwisselingfor a change
voor de afwisseling {adv}for a change
in het nauwin a bind
zeg.
in een notendop
in a nutshell
als het ware {adv} <a.h.w.>in a way
in één woord {adv}in a word
enfin {adv} [in één woord]in a word
Jammer!What a pity!
Wat een verrassing!What a surprise!
binnen een week {adv}within a week
ononderbroken {adv}without a break
ongetwijfeld {adv}without a doubt
3 Words: Verbs
inleveren [afstand doen van koopkracht]to (make a) sacrifice
een kind uitzettento abandon a child
een taal lerento acquire a language
telecom.
een gesprek aannemen
to answer a call [telephone]
telecom.
een oproep beantwoorden
to answer a call [telephone]
luchtv.toerisme
een vlucht boeken
to book a flight
iem. uitmaken voorto call sb. a/an
feestento celebrate a festival
een misdaad plegento commit a crime
een moord plegento commit a murder
fin.
een cheque uitschrijven
to cut a check [Am.] [coll.]
prekento deliver a sermon
speechento deliver a speech
een buiteling makento do a somersault
iem. een genoegen doento do sb. a favor [Am.]
iem. een genoegen doento do sb. a favour [Br.]
een record evenarento equal a record
recht
aanklacht indienen
to file a suit
wisk.
worteltrekken
to find a root
prijzen [van prijs voorzien]to fix a price
een vlieger oplatento fly a kite
een deur openbrekento force a door
speechento give a speech
iem. laten schrikkento give sb. a fright
iem. een duwtje gevento give sb. a nudge
iem. laten schrikkento give sb. a scare
iem. laten schrikkento give sb. a start
een pauze inlassento have a break
verkouden zijnto have a cold
hoofdpijn hebbento have a headache
douchento have a shower
unverified een prijsvraag uitschrijvento hold a competition
meehelpento lend a hand
een sigaret opstekento light a cigarette
een keuze makento make a choice
een besluit nemento make a decision
een belofte doento make a promise
speechento make a speech
pol.
een wetsontwerp aannemen
to pass a bill
een plaat draaiento play a record
sport
aan sport doen
to play a sport
een onderwerp aansnijdento raise a topic
een auto hurento rent a car
een kamer hurento rent a room
opl.
een jaar overdoen
to repeat a form [Br.]
gastr.
een tafel reserveren
to reserve a table
terugbellento return a call
fietsento ride a bike [coll.] [bicycle]
motorrijdento ride a bike [coll.] [motorcycle]
een zaak afwikkelento settle a matter
een gezin stichtento start a family
een vuur stokento start a fire
een pauze inlassento take a break
een besluit nemento take a decision [Br.]
zich wegscheren [omg.]to take a hike [sl.]
duttento take a nap
een dutje doento take a nap
foto.
fotograferen
to take a photograph
foto.
een foto maken
to take a photograph
zich neerzetten [gaan zitten]to take a seat
liegento tell a lie
3 Words: Nouns
relig.
kerkuittreding {de}
leaving a church [by an official declaration]
autoverhuur {de}rent-a-car [company]
lit.
sleutelroman {de}
roman à clef
To translate another word just start typing!

 ⇄ 
Translation for 'a.' from English to Dutch

a
een

ampere <A>
ampère {de} <A>eenheidelektr.
Advertisement
autopilot <A/P>
autopiloot {de}luchtv.

automatische piloot {de}luchtv.

a few
enkele

een paar

enig {pron} {adj} [een klein aantal]
a lot
veel {adv}

een boel {noun}

een hoop {noun}

heleboel {de}
a single
enig {pron} {adj} [ook maar één]
ante meridiem <a.m., am, A.M., AM>
ante meridiem <a.m.>

astronomical unit <AU, au, a.u., ua>
astronomische eenheid {de} <AE>astron.eenheid
automatic pilot <A/P>
autopiloot {de}luchtv.

automatische piloot {de}luchtv.

a couple of
een paar
a lot of
heel wat {adj}
a mile away
mijlenver {adj}
a quarter past
kwart na

kwart over
a quarter to
kwart voor
as a foursome
met vieren {adv}
as a result
daardoor {adv}
for a change
ter afwisseling

voor de afwisseling {adv}
in a bind
in het nauw
in a nutshell
in een notendopzeg.
in a way
als het ware {adv} <a.h.w.>
in a word
in één woord {adv}

enfin {adv} [in één woord]
What a pity!
Jammer!
What a surprise!
Wat een verrassing!
within a week
binnen een week {adv}
without a break
ononderbroken {adv}
without a doubt
ongetwijfeld {adv}

to (make a) sacrifice
inleveren [afstand doen van koopkracht]
to abandon a child
een kind uitzetten
to acquire a language
een taal leren
to answer a call [telephone]
een gesprek aannementelecom.

een oproep beantwoordentelecom.
to book a flight
een vlucht boekenluchtv.toerisme
to call sb. a/an
iem. uitmaken voor
to celebrate a festival
feesten
to commit a crime
een misdaad plegen
to commit a murder
een moord plegen
to cut a check [Am.] [coll.]
een cheque uitschrijvenfin.
to deliver a sermon
preken
to deliver a speech
speechen
to do a somersault
een buiteling maken
to do sb. a favor [Am.]
iem. een genoegen doen
to do sb. a favour [Br.]
iem. een genoegen doen
to equal a record
een record evenaren
to file a suit
aanklacht indienenrecht
to find a root
worteltrekkenwisk.
to fix a price
prijzen [van prijs voorzien]
to fly a kite
een vlieger oplaten
to force a door
een deur openbreken
to give a speech
speechen
to give sb. a fright
iem. laten schrikken
to give sb. a nudge
iem. een duwtje geven
to give sb. a scare
iem. laten schrikken
to give sb. a start
iem. laten schrikken
to have a break
een pauze inlassen
to have a cold
verkouden zijn
to have a headache
hoofdpijn hebben
to have a shower
douchen
to hold a competition
unverified een prijsvraag uitschrijven
to lend a hand
meehelpen
to light a cigarette
een sigaret opsteken
to make a choice
een keuze maken
to make a decision
een besluit nemen
to make a promise
een belofte doen
to make a speech
speechen
to pass a bill
een wetsontwerp aannemenpol.
to play a record
een plaat draaien
to play a sport
aan sport doensport
to raise a topic
een onderwerp aansnijden
to rent a car
een auto huren
to rent a room
een kamer huren
to repeat a form [Br.]
een jaar overdoenopl.
to reserve a table
een tafel reserverengastr.
to return a call
terugbellen
to ride a bike [coll.] [bicycle]
fietsen
to ride a bike [coll.] [motorcycle]
motorrijden
to settle a matter
een zaak afwikkelen
to start a family
een gezin stichten
to start a fire
een vuur stoken
to take a break
een pauze inlassen
to take a decision [Br.]
een besluit nemen
to take a hike [sl.]
zich wegscheren [omg.]
to take a nap
dutten

een dutje doen
to take a photograph
fotograferenfoto.

een foto makenfoto.
to take a seat
zich neerzetten [gaan zitten]
to tell a lie
liegen

leaving a church [by an official declaration]
kerkuittreding {de}relig.
rent-a-car [company]
autoverhuur {de}
roman à clef
sleutelroman {de}lit.
  • ampère {de} <A> = ampere <A>
  • ante meridiem <a.m.> = ante meridiem <a.m., am, A.M., AM>
  • en andere <e.a.> = and others
Show all
Advertisement
© dict.cc Dutch-English dictionary 2024
Contains translations by TU Chemnitz and Mr Honey's Business Dictionary (German-English only).
Links to this dictionary or to individual translations are very welcome!