Advertisement
 ⇄Change Direction
 Translation for 'den' from Dutch to English
NOUN   de den | de dennen
geogr.
Den Haag {het}
The Hague
in den beginne {adv}in the beginning
uit den boze zijnto be out of the question
aandeel {het} van den leeuwlion's share
spreekw.
Aan de vruchten kent men den boom.
A tree is known by its fruit.
bot.T
Canarische den {de} [Pinus canariensis]
Canary Island pine
bot.T
Siberische den {de} [Pinus sibirica]
Siberian pine
7 translations
To translate another word just start typing!

Usage Examples Dutch
  • Tussen Den Helder en 't Horntje op het eiland Texel onderhoudt de TESO een veerbootdienst.
  • Van de bestaande stoptreinen blijven alleen de treinen Amsterdam Centraal – Hoofddorp, Haarlem – Den Haag en Roosendaal – Den Haag rijden.
  • Koudekerk aan den Rijn is met de auto bereikbaar via de autoweg N11, afrit 8 (Alphen aan den Rijn-West).
  • Joost van den Vondel noemde Graeff in zijn vers "Aen den hooghedelen heer Pieter de Graef, vryheer van Zuitpolsbroek, op den oorsprongk van het geslagt der graven" "den braven".
  • Het betreft een jong naaldbos, en is 165 ha groot. Dit bos ligt op droge zandgrond. Het bestaat voornamelijk uit grove den, Corsicaanse den en Oostenrijkse den.

  • De grammaticus C.H. den Hertog sprak hier van een "psychologisch onderwerp", namelijk 'de voorstelling, die in de door den zin uitgedrukte mededeeling, vraag of gebod op den voorgrond staat'.
  • Samuel Johannes van den Bergh (Den Haag, 10 januari 1814 - Den Haag, 24 december 1868) was een Nederlands drogist, dichter en vertaler.
  • "Den rentmeester der stad, een ingenieur van den Spaanschen koning, moest den eed afleggen of 's-Hertogenbosch verlaten".
Advertisement
© dict.cc Dutch-English dictionary 2024
Contains translations by TU Chemnitz and Mr Honey's Business Dictionary (German-English only).
Links to this dictionary or to individual translations are very welcome!