Translation for 'zotheid' from Dutch to English

zotheid {de}

folly

madness

craziness

• Carnaval is bij uitstek het feest van zotheid, spot en uitbundigheid.
• Grotendeels vergeten zijn de literaire zijsprongen die hij maakte: het toneelwerk "Achab en Jezebel" (1919), het satirische boek "De nieuwe lof der zotheid" (1935), de bundel novellen "Sterrenzaaisel van Brahma" (1941) en de verhalenbundel "De uitgestelde dood" (1948).
• Haar stem en beeld zijn bewaard gebleven via de muziekfilm "Het gedicht van minnegod en zotheid" uit 1959 van het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep.
• Net als Jeroen Bosch was Bruegel gefascineerd door de zotheid van de mensen.
• Dit komt onder andere terug in het door Erasmus geschreven boek Lof der zotheid.

• Een voorbeeld van dit laatste is de "Lof der zotheid" (1511) van Desiderius Erasmus, waarin de - ogenschijnlijke - tegenstrijdigheid van het dwaze gecombineerd met het wijze (de dwaaste mens is tegelijkertijd ook de wijste) centraal staat.
• "Lof der Zotheid" (Latijn: "Stultitiae laus", Oudgrieks: "Morias enkomion") is een satirisch werk van de Nederlandse humanist Desiderius Erasmus uit 1509.
• Naar deze werken verwees Desiderius Erasmus in de brief die voorafgaat aan zijn "Lof der zotheid".
• Dorpius bleef corresponderen met Erasmus, vooral naar aanleiding van de publicatie van Lof der zotheid dat hij verdedigde.
• Het werk is gebaseerd op (Westerbaens vertaling van) het "Lof der Zotheid" van Desiderius Erasmus.

• Het loopmolentje was in de middeleeuwen een zinnebeeld van de zotheid en het kindertoernooi een allegorie op de waanzin.
• Erasmus verbleef vaak bij More thuis en schreef daar in 1509 de aan More opgedragen Lof der zotheid.
• Verreweg het bekendste voorbeeld daarvan is Erasmus' "Lof der zotheid".