Werbung
 Übersetzung für 'familiewagen' von Niederländisch nach Deutsch
auto
familiewagen {de}
Familienauto {n}
auto
familiewagen {de}
Familienwagen {m}
auto
familiewagen {de}
Familienkutsche {f} [ugs.] [hum.] [Familienauto]
3 Übersetzungen
Neue Wörterbuch-Abfrage: Einfach jetzt tippen!

Anwendungsbeispiele Niederländisch
  • In 2001 lanceerde diezelfde joint venture de Buick Sail, een familiewagen gebaseerd op de Opel Corsa.
  • Ook de eerste Mitsubishi Colt werd toen geïntroduceerd als een grotere familiewagen.
  • Hop-Pop koopt een tweedehands familiewagen waarmee ze de vallei uit reizen en terecht komen in meerdere dorpen en steden waar de familie in diverse moeilijkheden en gevaren belanden alvorens na een rit van twee weken Newtopia te bereiken.
  • De Ritmo is een compacte familiewagen die in 1978 werd gepresenteerd op de autobeurs van Turijn.
  • Ze was aanwezig bij de begrafenis en reed mee in de familiewagen.

  • De Town Wagon leek sterk op de hedendaagse Sports Utility Vehicle en was bestemd als terrein/familiewagen.
  • Met de VN-serie was de grote familiewagen van het Australische Holden weer terug van weg geweest.
Werbung
© dict.cc Dutch-German dictionary 2024
Enthält Übersetzungen von der TU Chemnitz sowie aus Mr Honey's Business Dictionary (nur Englisch/Deutsch).
Links auf das Wörterbuch oder auch auf einzelne Übersetzungen sind immer herzlich willkommen!