Übersetzung für 'koetsier' von Niederländisch nach Deutsch

koetsier {de}

Kutscher {m}

• Helena is de vrouw van Frank die een koetsier is begin 20e eeuw in Londen.
• Dat laatste was nodig om aan de koetsier te melden dat men weer naar het strand gereden kon worden, want de koetsier mocht natuurlijk niet kijken.
• Dit betekent dat de koetsier voortdurend alert moet zijn dat het tramrijtuig niet tegen de benen van het paard botst.
• In die tijd werd het openbaar vervoer in Amsterdam min of meer uitgevoerd met zogenaamde Vigilanten (ook wel brommertjes genoemd naar de Utrechtse stalhouder Brom), vierwielige rijtuigen door een paard voortgetrokken en een koetsier op de bok.
• Calèches hebben standaard vier wielen, met of zonder bok voor de koetsier.

• Gert Schrijvers (koetsier) en Jef Aerts (groom) zijn een Belgisch vierspanduo.
• Een Nederlandse koninklijke koetsier draagt een driekantige hoed.
• Een glazen ruit aan de voorzijde scheidt de passagiers van de koetsier op de bok.
• De koetsier van een postkoets werd postiljon genoemd, naar het Franse "postillon".
• Bij de als koetsier vermomde ware bruid knappen later de ijzeren banden, tijdens een rit met de prins.

• Een aapjeskoetsier was een koetsier van huurkoetsen, gekleed in uniform.
• Bovendien heeft meneer Vulfran zijn dronken koetsier ontslagen, en Perrine heeft ervaring met mennen, zodat ze ook het werk van de koetsier mag overnemen.
• De koetsier raakt gewond en zijn zoontje haalt hulp.
• Een koetsier maakte met zijn kar een vrachtrit met niet afgedekte kruitvaten.
• In de Nederlandse verkeerswetgeving is de voerman of koetsier een bestuurder van een bespannen wagen.

• De voorste paarden geven, door de koetsier geleid, de richting aan.
• De koetsier, die steeds ver vooruit moet kijken, kan de paarden met subtiele handbewegingen sturen en afremmen.
• Er bestaan verschillende namen voor de persoon die de aanspanning bestuurt, zoals koetsier, voerman en menner.